Er zijn dagen dat het geld de deur uit vliegt. Helemaal nu de inflatie ons dwingt meer voor veel van onze dagelijkse boodschappen te betalen. Maar soms vliegt het geld de andere kant op.

In de tijd van de gulden was dat niet veel anders. Ook toen waren er enkele perioden waar we als familiebedrijf het best moeilijk hadden. Temeer omdat een deel onze producten die we verkochten puur luxe waren en met de hand op de knip liepen in die tijd veel van onze klanten alleen naar binnen voor het hoognodige. Gelukkig bleek die omzet voldoende te zijn om te overleven.

Er was een dag dat het tij heel even leek te keren. Een klant kwam op vrijdag een televisie kopen, een pracht model die onze kas deed spekken. Hij betaalde contant met briefjes van 1000 gulden. Maar op dat moment was onze kas net bij de bank gestort en hadden we te weinig wisselgeld om het bedrag af te rekenen. O ja, pinnen kon toen nog niet.

De oplossing was gelukkig dichtbij. De bank om de hoek zou ons vast wel even willen helpen. Ik liep snel die kant op om het briefje van 1000 gulden om te wisselen voor tien briefjes van 100 Gulden. De man in de bank herkende mij en opende snel een lade en begon voor voor mij de briefjes te tellen. Tien snippen tegen de ontvangst van een groen briefje met het portret van Baruch Spinoza op de voorkant.

Na ontvangst liep ik alles tellend de deur uit. Maar bij de voordeur draaide ik mij om en liep terug. Ik tikte zachtjes op het glas en zei toen ‘Volgens mij heb ik net 1100 Gulden van je gekregen’. Hij keek mij verbaasd aan en zei: ‘Dat is onmogelijk! Ik heb het net voor je neus geteld’. Ok, maar ook toen meende ik te hebben gezien dat hij twee dicht op elkaar geplakte briefjes meetelde als een. Maar hij bleef bij zijn verhaal. Tien stuks is 10 stuks. Hij leek zelf wat geïrriteerd door de hele situatie.

Ik draaide mij om en zei ‘Ok, ik ga nu snel terug want de klant zit op mij te wachten, maar mocht je onverhoopt toch een tekort van 100 Gulden constateren vanavond, dan zitten we om de hoek op je te wachten. Tot ziens en bedankt voor de service!’

Zijn baas die alles op de achtergrond had meegeluisterd vloog achter mij aan en voordat ik de deur bereikte vroeg hij mij vriendelijk of ik voor hem nog een keer de briefjes wilde tellen. Ik had 1100 Gulden meegekregen. ‘Mag ik die ene weer van je terug hebben? ‘. Maar natuurlijk, dat had ik al zo verteld’. Hij nam hem dankbaar in ontvangst, draaide zich om en liep recht op de collega af. Ik keerde snel terug om de klant zijn wisselgeld te brengen. Het verhaal werd onder het genot van koffie, warme chocomel en een koekje erbij gedeeld.

Nog geen uur later knalde de voordeur open en liep een boer uit Mastenbroek naar binnen. Ook hij wilde een nieuwe televisie kopen. Was de oorlog dan misschien voorbij? Of had iedereen zijn geld opgepot? De beste man kocht hetzelfde model als zijn voorganger. Een Sony Trinitron jubileum model. Prachtig beeld, stereo, teletekst en een afstandbediening. En ook deze televisie werd op de toonbank contant afgerekend.

Hij begon te tellen met briefjes van 100 Gulden. Van een tot de prijs waarvoor ik het toestel had verkocht. Maar….ook hij had net als de bankmedewerker een briefje te veel neergelegd. Ik zag het duidelijk, maar hij had ook net als zijn voorganger dat plakkende bruine briefje met de snip recht voor mijn neus neergelegd en geteld als een briefje van 100 gulden. Ik kon heel even mijn ogen niet geloven.

Ik attendeerde hem vriendelijk op het extra briefje en hij reageerde: ‘Moet je eens goed luistern! Ik heb alles geteld, samen met mijn oude moeder. Hier ligt het hele bedrag en geen cent teveel’.

Ik pakte alle briefjes op en zei: ‘Ik vertrouw U, maar ik ga het voor alle zekerheid wel natellen als U mij dat toestaat’. Nou, zeker weten dat hij dat wel wilde. Daarna moest ik maar mijn excuus maar aanbieden.

Het was niet door hem echter te ontkennen toen ik recht voor zijn neus alle briefjes had geteld, naast elkaar had gelegd, samen met dat ene briefje teveel in mijn hand. Die werd echter heel snel uit mijn hand gegrist. ‘Dankjewel jongen! Goed gezien! Sorry, ik had het mis. Maar wanneer kom je mijn nieuwe televisie brengen?’ 

U krijgt water bij de wijn, ik ga direct een doos uit het magazijn pakken en dan kom ik hem brengen. Maar ik kom met een doos, niet twee. Die grap kon hij zeer waarderen nadat ik hem nog een kop koffie had aangeboden met koek. Die avond leek de crisis heel even voorbij.

Reacties zijn gesloten.