De storm van 1987 brak alle kleine records. Dakpannen sneuvelden en we kregen meldingen binnen van kapot gewaaide antennes die we moesten herstellen. Maar voordat we aan die klussen zouden beginnen leek het ons verstandig om eerst de storm uit te zitten. Een dak op klimmen met windkracht 9-10 is geen goed idee.
Het was de hele dag al rustig in de winkel en het leek erop dat we die dag geen klant blij konden maken. We begonnen daarom nieuwe voorraad uit te pakken en aan te sluiten zodat na de storm alles weer klaar stond voor demonstratie en verkoop.
Aan het einde van de middag zaten we met zijn allen in de keuken voor een pauze. Koffie, thee en chocolademelk met een plak koek. Jaap was met de bus naar Hasselt gekomen en streek neer op zijn vaste plekje naast het koffiezetapparaat. Alle klanten bleven die dag thuis. Behalve een man, die de harde wind op zijn fiets had getrotseerd. We zaten net toen de voordeur van de winkel met een klap open vloog. De man in een lange regenjas gekleed duwde met moeite de voordeur weer dicht. Er kwam een kort beklag uit zijn mond ‘Tjongejonge wat een harde wind!’
Hij ging vermoeid in de rieten stoel zitten die naast de voordeur stond. Hij zag ons vanuit de winkel in de keuken zitten, maar hij deed geen moeite om door te lopen. Te vermoeid van zijn fietstocht. Mijn vader liep de winkel in en vroeg waarmee hij hem kon helpen.
‘Ik ben op zoek naar een motor. Een motor voor een oude Miele wasmachine, een hele oude wasmachine. Misschien dat U hem nog wel kent’. Dit was echt het specialisme van mijn vader. Onderdelen en oude modellen wasmachines. Ik hield alles zoals altijd wel in de gaten, maar liet hem de klus oplossen. Zo was bij ons alles eerlijk verdeeld. Ieder zijn specialisme.
Toen hij het model had genoemd zei mijn vader ‘Ogenblik, ik ga even kijken in het oude magazijn’ en tegelijk liep hij door naar een oude zolder boven de reparatie afdeling van Jaap. Twee trappen op met een hele oude zolder. Een dak met ronde palen met horizontale latten erop getimmerd en daar bovenop de dakpannen. Je keek hier en daar tussen de pannen naar buiten. Isolatie kende men toen nog niet.
Op de zolder lag een grote verzameling van verschillende dozen. Mijn vader keek rond en liep daarna weer terug naar de winkel. De man zat geduldig te wachten, maar toen mijn vader met lege handen terug kwam zakte hem de moed in de schoenen. ‘Oh nee, niet weer!’ Riep hij uit.
Mijn vader keek hem verbaasd aan en vroeg ‘Wat bedoeld U?’. ‘Nou, U komt met lege handen terug, dus ik neem aan dat U ook geen motor voor mij heeft?’. Nog ietwat verbaasd van die opmerking reageerde mijn vader met: ‘Nou ja, het zijn hele grote en zware motoren van ouderwetse kwaliteit. Daar loop je niet even mee de trap af. Daarom wilde ik eerst even vragen welke U wilt hebben. Ik heb er twee liggen, een nieuw in de doos in vet papier en ik heb ook nog een tweede handse liggen, maar die is wat bedekt met roest. Niets serieus, dat krijgen wij er wel af’.
De man plofte van verbazing achterover in de stoel. ‘Meent U dat nou?’ Mijn vader knikte. ‘Weet U wel hoeveel winkels ik heb bezocht om aan deze motor te komen?’ Mijn vader schudde zijn hoofd. ‘Ik heb ruim twintig winkels bezocht in Meppel, Staphorst, Zwartsluis, Genemuiden, IJsselmuiden, Kampen en Zwolle. Allemaal op de fiets en niemand die mij verder kon helpen’.
‘Maar, U komt toch hier uit Hasselt?’ vroeg mijn vader. De man knikte. ‘Ja, dat klopt’. ‘Maar waarom komt U dan niet eerst hier in Hasselt vragen? Immers, zoek in de verte niet, wat Uw eigen stad U bied’. De man knikte en toen kwam het mooiste deel van het verhaal: ‘Wat kosten ze?’ Vroeg hij.
‘De nieuwe mag weg voor 20 Gulden en die met roest voor 10 Gulden. Ze liggen er al zo’n dik twintig jaar te wachten op een klant’. De man was heel erg blij, betaalde dertig gulden en nam beide motoren mee naar huis. Maar voordat hij ging kreeg hij in de keuken eerst nog een warme bak koffie met een plak koek. Hij had die dag eindelijk de wind mee.